Nijnsel 1910, eerste steenlegging parochiekerk.


Vorige foto | Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto

In het najaar van 1909 werd te Nijnsel een commissie in het leven geroepen, onder voorzitterschap van meester W. Klomp, met het doel zo spoedig mogelijk te komen tot de bouw van een eigen parochiekerk. De mensen van Nijnsel en Vressel werkten volop mee en de meesten verbonden zich zelfs schriftelijk tot een jaarlijkse bijdrage: voor iedere koe die zij bezaten één gulden, voor ieder paard een gulden vijftig en per persoon boven de elf jaar dertig cent. Ofschoon dit in die lijd voor veel mensen een ruime gift betekende, werden hiermee de financiële problemen niet opgelost. De bisschop spoorde hen dan ook aan om uit te zien naar een geestelijke, die de nodige
middelen bezat en deze beschikbaar wilde stellen voor dit doel.
De eerste maanden kwam op hun verzoek daartoe geen enkele reactie, maar, zo lezen we in de kronieken, onverwacht als een bliksemschicht in de donkere nacht verspreidt zich in Nijnsel het bericht dat de commissie een schrijven heeft ontvangen van de weleerwaarde heer J.A.M. Panken, kapelaan te Fellenoord, waarin deze om inlichtingen vraagt. Men kende hem als oud-kapelaan van Rooi (1907-1909). Voor vijfenveertighonderd gulden werd het terrein, waarop Panken zijn oog had laten vallen, aangekocht: de Waterlaat, eigendom van Jan en Hendrik Aarts. De Nijnselnaren hielpen met man en paard en in een minimum van tijd waren de voorbereidende
werkzaamheden gereed. Op 8 augustus 1910 kon de eerste steen worden gelegd. De buurt werd versierd en met de
tram van kwart over drie arriveerde Panken, opgewacht door de commissie, talrijke genodigden, waaronder de notabelen van Sint-Oedenrode, en een grote schare parochianen. In optocht, begeleid door de fanfare ,,Nos Jungit Apollo" trok men naar het terrein.
Op de foto ziet men het hele gezelschap bijeen. Hier volgen enkele namen uit de middengroep: Harrie Schoonhen,
Martien van Oorschot (met strohoed), Nel van Engeland (met poffer). Voor haar het bruidje Marie van de Meerakker, Harrie van de Kamp (met schellehoorn), Anna van de Laar (met poffer), Johan van den Broek, Christ
van de Rijt, Willem Habraken (met de hand aan de mond), Janus Aarts, pastoor Panken, de jongen met sjerp, Rut
van de Laar, Bert van Oorschodt, Harrie Klomp, Toon van Genugten en Marietje van Liempd (het meisje met de
hoed). Links van haar staat meester Klomp en rechts meester Diels.