Historie Damiaancentrum (deel 2)
Vorige foto | Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto
Historie Damiaancentrum (deel 2)
uit de Mooi Rooi krant
Editie: Week 33 - 2011
Categorie: Kunst en Cultuur
Op 22 augustus 1923 werd het nieuwe huis in gebruik genomen en eind oktober konden de jongens komen. De ontvangst door de buurt was bijzonder hartelijk. Groen en vlaggetjes versierden de weg naar het nieuwe huis. Erepoorten waren opgebouwd en de dichters van de buurt hadden daar stichtende gedichten op aangebracht: "Treedt nu uw nieuwe woning in, met goeden moed en blij van zin. Leef hier gelukkig en tevree. Leve de studenten! Hoezee!".
Het huis was echter nog lang niet voltooid. Er stond slechts een tors. De bouw van de kapel en de aula waren tot later uitgesteld. Ook het in gebruik genomen gedeelte was nog niet klaar. Het was aanvankelijk behelpen en het duurde nog tot de zomer van 1924 voor de zaak zover was voltooid. dat het huis plechtig in gebruik kon worden genomen.
Bouwstijl
Het kleinseminarie is gebouwd in Traditionalistische stijl met Neo-Romaanse elementen. Bij deze architectuurstroming wordt de vorm van het gebouw bepaald door de bestemming, waardoor ieder gebouw zijn eigen verschijningsvorm krijgt. Halverwege de jaren ’30 van de vorige eeuw verschenen het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven in deze stijl. Het voormalige Damiaancollege, bestaande uit 3 vleugels stamt uit 1923, naar een ontwerp van pater E. Molengraaf. Tien jaar later is door architect Simon Switzar jr. een uitbreiding gerealiseerd, bestaande uit een kapel en een verlenging van de westen oostvleugel. Aan het eind van de tweede wereldoorlog is het gebouw gevorderd door de Duitse bezetter. Afgezien van de in de strijd opgelopen schade die nog ten dele zichtbaar is, is het gebouw compleet en gaaf behouden.
Het Damiaancollege is van algemeen belang. Het laat de ontwikkeling van het katholicisme zien, met name de stichting van opleidingsinstituten door orden en congregaties en heeft daarmee cultuurhistorische waarde. Daarnaast heeft het architectonische waarde, zijnde een goed voorbeeld van kloosterbouw op vrije plattegrond en bouwhistorische waarde vanwege de gebruikte materialen. Vooral de betonnen cascoconstructie, baksteenornamenten en gebrandschilderde ramen springen in het oog.