Verering van de heilige Oda.
Vorige foto | Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto
In de loop van de twaalfde eeuw, meestal wordt het jaar 1173 genoemd, leidde die verering tot de stichting van een aan Sint Oda gewijd kapittel. Hiertoe behoorde ook haar biograaf, kanunnik Godefridus, die rond die tijd haar levensverhaal in het Latijn opschreef.
Hierin wordt melding gemaakt van de opgraving en de plaatsing in een schrijn (elevatie en translatie) van het gebeente van Oda. Dit zou in 1103 hebben plaatsgevonden door bisschop Otbertus van Luik, waaronder dit gebied toen behoorde. Dit op verzoek van Heer Arnold van Rode. Dit was in die tijd gebruikelijk om volk naar de kerk te lokken.
De kapel en later de tufstenen kerk stonden op het grondgebied van de burcht van Arnold en een en ander straalde ook op hem af.