Fa. Van der Hagen, 1910.


Vorige foto | Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto

Een van de bekende en tot welstand gekomen families in het dorp was rond de eeuwwisseling de familie Van der Hagen. Zij was eigenares van de grootste zaak in het Sint-Oedenrode van die dagen. In de eerste helft van de vorige eeuw begonnen als een winkeltje, was het onder leiding van een zeer zakelijke Hein van der Hagen uitgegroeid tot een grossierderij, melkfabriek en nog wat nevenbedrijfjes. De melkfabriek werd in 1911 overgenomen door Nutricia, dat door een zoon van Hein in 1901 te Zoetermeer was gesticht. De grossierderij bleef als een zelfstandig bedrijf bestaan. Er hebben in de loop van de jaren heel wat Rooise mensen werk gevonden. Op den duur echter is het bedrijf geheel uit Sint-Oedenrode verdwenen. Eén van de zonen van deze Hein van der Hagen was Wilhelmke, die bij oudere mensen nog voortleeft als een dorpstype, waarover allerlei sappige verhalen de ronde doen. Voor zijn niet altijd even fijnzinnige streken was zelfs pastoor Van Heck of de deftige Freule Van Coehoorn niet veilig. De volgende wat lugubere grap tekent hem. Zijn jachtvriend, Eduard Leurs, was nog op latere leeflijd getrouwd, maar had het niet erg getroffen met zijn vrouw. Toen Eduard in 1902 stierf, wist Wilhelmke klaar te spelen dat er met bidprentjes geknoeid werd en hij had er een aantal tussengeschoven die hij zelf had opgesteld. Na de gebruikelijke aanhef luidde zijn tekst: ,,0 dood uw vonnis is aangenaam voor den mensch die zijne krachten verliest, en die men dagelijks uit den kelk des lijdens doet drinken. - Vrouw waarom weent gij? Geef uw hart niet over aan de droefheid: want de Heer die u gebruikte om mij te louteren en van de zonden te zuiveren, heeft mij van u verlost volgens zijn groote barmhartigheid. Heer Gij hebt mij reeds in hogen ouderdom met blindheid geslagen en daarom teerden mijne laatste levensjaren weg in zuchten en bitterheden. Dierbare vrouw zie ik ga u verlaten, maar ik sterf gerust en verblijd, als ik denk wat u voor mij geweest zijt op aarde. Van de heide van Odarode kwam ik steeds weder, doch nu op de grote heide der eeuwigheid neem ik alles mede om nimmer weder te keren”.
Op de foto staan de mensen die in 1910 op het bedrijf werkzaam waren.
Eerste rij: Cor Kluitmans, Jan van Heessel, Pieter van der Hagen, Dorus Lathouwers, Bernard Werners en Tinus van Vroonhoven.
Tweede rij: H. Bosman, Jan Vervoort of Jan Wiel, Jaantje van de Brand, Johan Passier, Peer van de Berg, Jantje Oerlemans, Marinus Voets, Jan van Ieperen, Toon de Bie, Bert van de Ven, Gerard Roelofs en Harrie Schoonhen.
Daarboven: Willem van Rooij, Fried van de Wetering, Toon Verstralen, Peer van Rooij, Grardje Kluijtmans, Tinus van Lieshout, Tinus Hurkmans. Toon Ketelaars, Frans Vermeltfoort, Hannes van de Ven, Toon Heijmans, Albert Marinus, Jan Vervoort, Thomas Lathouwers, Pietje Vermeltfoort, Tinus van de Bracht, Jan van de Vorstenbosch en Neeltje Pijnenburg.