Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto
Foto gemaakt door: Janssen Boxtel, P. Moosdijk Eindhoven, J.v.d. Ven Sint-Oedenrode en Fotobureau Eindhoven.
De heilige Oda (680-726)
Oda was de dochter van een koning van Schotland. Als jong meisje was zij blind geworden. Zij leidde daarom een teruggetrokken leven, gewijd aan overweging en gebed. Op zekere dag hoorde de koning van wonderbaarlijke genezingen bij het graf van de heilige Lambertus in Luik en hij stuurde Oda erheen. Aangekomen bij de stad en de kerk van St. Lambertus, bad zij vurig tot God dat Hij haar van haar blindheid zou genezen. Haar gebed werd verhoord.
Na haar thuiskomst vierde het hele land feest. De koning had echter niet verwacht dat zijn dochter haar vroegere teruggetrokken levenswijze zou voortzetten. Hij verlangde van haar dat zij ging uitzien naar een goede partij voor een huwelijk. Dit weigerde zij, waardoor de verhouding tussen vader en dochter onder druk kwam. Oda besloot te vluchten. Zo belandde ze in Taxandrië, het huidige Brabant. In de woeste binnenlanden ontmoette zij een rijke en edele dame, die haar toestond een stuk land te ontginnen. De naam Rode, dat ‘ontgonnen stuk land’ betekent, wijst op de ontginning rondom de heuvel waar Oda tot haar dood woonde.
Oda werd begraven op de plaats waar zij geleefd had: de Odaberg. Na verloop van tijd verscheen er ’s nachts boven haar graf een helder licht. Het gerucht hierover verspreidde zich overal. Gelovigen begonnen het graf van Oda te bezoeken, en de legende wil dat er tekenen waren en wonderen geschiedden. De edele dame die het gebied van Rode aan Oda had geschonken, liet boven het graf een houten kerkje bouwen. In het begin van de elfde eeuw is dit vervangen door een stenen bedehuisje. Vandaag de dag is op deze plaats de Odakapel te vinden. Begin van de elfde eeuw werd ook een tufstenen kerk gebouwd waarin bisschop Otbertus van Luik in 1103 het gebeente van Oda liet bijzetten. Bij deze gelegenheid werd Oda heilig verklaard, waarna de verering van deze heilige een grote vlucht nam. Op de plaats van de tufstenen Odakerk staat nu de Martinuskerk, nabij de Markt.
Overigens wordt nog over haar verteld dat zij vóór haar verblijf in Sint-Oedenrode ook in Venray en Weert had gewoond. Uit Weert zou zij zijn verdreven door het voortdurende gekras van eksters in het bos waar zij woonde. Daarom wordt Sint-Oda vaak met een ekster afgebeeld.
Vanouds werd deze heilige aangeroepen in allerlei nood, maar speciaal tegen oogkwalen en ziekten aan het hoofd. Dit omdat zijzelf bij het graf van St. Lambertus te Luik van blindheid zou zijn genezen. Tussen circa 1175 en 1250 is haar leven beschreven in een zogenaamde vita.
In 1926 werd het twaalfde eeuwfeest groots gevierd, de beelden spreken voor zich.
Veel kijkplezier.