Bewaarschool Sint-Oedenrode, 1909.


Vorige foto | Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto

Op 10 december 1877 stierf jonkvrouw Virginia de Kuyper. Haar huis met de daarachter gelegen grond had zij aan de kerk vermaakt, onder voorwaarde dat het mettertijd tot een klooster zou worden omgebouwd. De laatste wens van Virginia de Kuyper werd spoedig vervuld. In het begin van 1878 bood zich een groep religieuzen van de zusters van de H. Carolus Borromeus aan, die uit Duitsland verdreven waren. Zij werden voorlopig ondergebracht op de Kolk, totdat het huis aan de Markt zou zijn ingericht. Op 30 december van dat jaar horen we van de "Bestuurdster van het St. Odaklooster alhier" dat de zusters het huis met toebehoren in eigendom hadden verkregen en dat hun hoofddoel bestond in "het opnemen en verplegen van zieken, tegen vergoeding der kosten, en ook het bezoeken van zieken in hunne woningen". Uit latere gegevens blijkt dat zij aan huis ook een naaischool en een bewaarschool begonnen. Het duurde niet lang of deze zusters waren in het dorp zeer gezien. Het huis waarin zij woonden was echter niet voldoende aangepast en het werd omschreven als zeer bekrompen. Het bestuur van de zusters weet zelfs de dood van twee religieuzen aan de slechte behuizing. Dit werd dan ook een van de oorzaken dat deze zusters uit Rooi vertrokken. Na het nodige geharrewar werd hun plaats ingenomen door de zusters van Schijndel. Zij namen het meeste werk van hun voorgangsters over. We fronsen wel even ons voorhoofd, wanneer we lezen dat de vijf zusters in hetzelfde, veel te kleine, huis werden ondergebracht en daarbij van "den Arme" nog vijf mannen, twee vrouwen en een weesje moesten herbergen. Het salaris dat de zusters voor hun werk op school kregen, moesten zij afdragen aan de pastoor en zij kregen daarvoor van de kerk vijfhonderd gulden per jaar terug voor hun hele huishouden. Voor het verzorgen van de armen in hun huis kregen zij van de armmeester tachtig gulden per persoon, alles inbegrepen. Pas onder pastoor Van Erp kwam aan deze ergerlijke toestand, die meer dan vijftien jaar duurde, een einde.
Op de foto staan, bij hoge uitzondering, een paar zusters met de bewaarschoolleerlingen. De foto is genomen omtrent het jaar 1909. De nog bekende namen zijn, hier en daar met enig voorbehoud, op de vijfde rij: 1. zuster Dellephine, 2. Leen Oerlemans, 3. Doortje van Ieperen, 4. Anna van Heugten. 5. Maria van Heugten, 6. moeder Van Heugten (moeke Charles) met op haar arm Wim van Heugten, vervolgens zuster Alarda en, vermoedelijk, zuster Clandia.
Vierde rij: 3. August van Breugel, 4. Maria van Breugel, 5. Harrie Clynk en 6. Driek Clynk.
Derde rij: 2. Drieka der Kinderen, 3. Drieka de Poorter, 4. Hanneke Lathouwers, 5. Gonda Aarts en 6. Cato van Rooij.
Tweede rij: 1. Francine Werners, 2. Broer Werners (hotel Van Eijk), 7. An Ketelaars en 8. Agnes van de Rijt.