Mgr. W.M. Bekkers


Volledige grootte | Terug naar het album | Volgende foto

(tekst uit Wikipedia)

Wilhelmus Marinus Bekkers
Bisschop van de Rooms-katholieke Kerk

Geboren 20 april 1908
Plaats Sint-Oedenrode
Overleden 9 mei 1966
Plaats Tilburg
Wijdingen
Priester 10 juni 1933
Bisschop 12 februari 1957

Kerkelijke carrière
Eerdere functies 1956-1960: coadjutor van Den Bosch
1960-1966: bisschop van Den Bosch

Successie
Voorganger Wilhelmus Mutsaerts
Opvolger Johannes Bluyssen
Portaal Christendom

Wilhelmus Marinus Bekkers (Sint-Oedenrode, 20 april 1908 - Tilburg, 9 mei 1966) was een Nederlands rooms-katholiek bisschop. Bekkers (onder vrienden: Rinie) werd in 1957 coadjutor en titulair-bisschop van Thasos. Hij was bisschop van het Bisdom 's-Hertogenbosch van 27 juni 1960 tot 9 mei 1966.
Bekkers begon zijn loopbaan in 1933 als kapelaan in een arbeidersparochie te 's-Hertogenbosch. Vanaf 1939 was hij rector van verschillende instituten. In 1956 was hij korte tijd pastoor te Tilburg voordat hij in 1957 benoemd werd tot coadjutor van mgr. Wilhelmus Mutsaerts, zijn voorganger als bisschop van 's-Hertogenbosch.
Monseigneur Bekkers, van huis uit een eenvoudige, vrome, boerenzoon, betoogde modernistische opvattingen in verschillende morele kwesties. Volgens Bekkers moest de Kerk niet een strenge moraal voorschrijven, maar tegemoetkomen aan de wensen van de gelovigen. Zijn opvattingen werden meer ingegeven door pastorale overwegingen dan door wetenschappelijke bezinning. Spraakmakend was zijn mening over de geboorteregeling die hij verwoordde op 21 maart 1963. Bekkers vond dat gelovigen zelf moesten beslissen over het gebruik van de anticonceptiepil. Zonder het woord 'anticonceptiepil' te gebruiken, benadrukte Bekkers dat ouders hun eigen geweten moeten volgen bij het bepalen van het kindertal.
Aan het eind van zijn leven was Bekkers een populair en geliefd bisschop met landelijke bekendheid. Zijn bekendheid was mede het gevolg van zijn optreden voor de actualiteitenrubriek Brandpunt van de KRO op de Nederlandse televisie. Zijn wapenspreuk was: "Caritas pro armis" (Met liefde als wapen). Aan Kardinaal Alfrink, aartsbisschop van Utrecht, op en top diplomatiek, wars van elk populisme, autocratisch, waren Bekkers' eigenzinnige televisieoptredens absoluut niet besteed. Dat gold met name Bekkers' opmerkingen over de gewetensvrijheid van echtparen. Alfrink achtte Bekkers' uitlatingen in strijd met de kerkelijke leer en had zich bovendien gestoord aan het feit dat Bekkers over deze zaken geen enkel overleg had gevoerd. Voordien was de betrekking tussen beiden - die in alle opzichten elkaars tegenpolen waren - hartelijk begonnen. Nadien bekoelden de betrekkingen aanzienlijk. Zo sprak de kardinaal - toen hij in Rome een foto van bisschop Bekkers te paard onder ogen kreeg - smalend: Dat paard ziet er heel intelligent uit.
Bekkers overleed op 9 mei 1966 aan een hersentumor. Bij de uitvaart in de Bossche basiliek stond een grote schare prelaten op het priesterkoor plus één dominee in zwarte toga: ds. N.K. van den Akker, (1917-2000). Het markeerde de jarenlange oecumenische vriendschap tussen de twee. Van den Akker sprak bij die gelegenheid een persoonlijk gebed uit. In aanwezigheid van Bekkers' moeder en met duizenden langs de kant van de weg werd hij in zijn geboortedorp Sint-Oedenrode begraven, achter de Sint-Martinuskerk, waar zijn graf een prominente plaats inneemt. Hoofdcelebrant bij de requiemmis was kardinaal Alfrink, die zich op Bekkers ziekbed met hem had verzoend. In de mis, die rechtstreeks door de KRO werd uitgezonden noemde Alfrink hem deze mens, die zoveel goedheid, hoop en vertrouwen rond zich verspreid had.
De verering voor de gestorven bisschop kwam onder meer tot uiting in een maandenlang aanhoudend druk bezoek aan zijn graf in Sint Oedenrode, dat bijna een pelgrimsoord werd.